Doel : Het aanduiden van een groep en periode in
het periodiek systeem. Afleiden van de elektronconfiguratie in het
periodiek systeem. |
Er worden twee types van nummering
voor de groepen gegeven : de 1 tot 18 groepsnummering en de IA, IIA, IIIB
... nummering.
|
|
In het periodiek systeem onderscheiden
we de volgende blokken :
1. s-elementen:
de elementen waarvan de valentieschaal een
ongevulde s-schil is.
p-elementen: de elementen waarvan de
valentieschaal een ongevulde p-schil is.
Deze vormen samen de representatieve elementen
(IA tot VIIA-groepen en 0-groep).
2. d-elementen: de elementen waarvan de
valentieschaal een ongevulde d-schil is.
Deze vormen de transitie-elementen (IB tot VIIIB-
groepen).
3. f-elementen: de elementen waarvan de
valentieschaal een ongevulde f-schil is.
Deze vormen de innertransitie-elementen (actinides
en lantanides).
Alhoewel de lantanides en actinides aangeduid zijn als
4f en 5f-elementen, merken we het volgende op: vb.
- La is
6s25d1 i.p.v. 6s24f1;
- Ac is
7s26d1 i.p.v. 7s25f1;
- Ln is
6s24f145d1;
en ook
- Lr is
7s25f146d1.
Lu en Lr
behoren eigenlijk tot de d-elementen.
|