![](../../../Slide%20Images/Didac%2001/Thumbs/D1%20C05.jpg)
Doel : Aantonen dat vele produkten waarmee we dagelijks
in contact komen, eigenlijk colloïdaal systemen zijn en niet
van de eenvoudigste. |
|
|
Bij
de bereiding van mayonaise vertrekt men van een eierdooier, azijn, peper
en zout. Hieraan wordt met behulp van mechanische energie (de menselijke
arm voorzien van een garde) olie toegevoegd, die in kleine druppeltjes
wordt verdeeld (microngrootte). Een dergelijk systeem waarbij de disperse
fase (olie) en de continue fase (eierdooier en verdund azijnzuur) beide
vloeistoffen zijn, noemt men een emulsie ; in dit geval is het een olie-in-water-emulsie
(O/W-emulsie).
De eierdooier levert proteïnen (grote moleculen), die als emulgeermiddel
werken. Die proteïnen adsorberen aan de oliedruppeltjes en door het
feit dat de proteïnen ook nog ladingen dragen, wordt er rond het
oliedruppeltje zowel een sterische als elektrostatische barrière
opgebouwd. Door de hoge concentratie aan oliedruppeltjes blijft het systeem
niet dunvloeibaar zoals melk, maar krijgt de emulsie een romig karakter.
In principe kan de olie maar 74 % van het volume innemen (de meest dichte
hexagonale bolstapeling van gelijke bolletjes). In de praktijk echter
kan dit oplopen tot 95 % omdat de druppelgrootteverdeling breed is en
de kleine druppeltjes de ruimten tussen de grotere innemen. Als men een
overdosis olie toevoegt, schift de mayonaise.
Verdund azijnzuur
dient voor de smaak en regelt ook de pH of zuurtegraad, wat dan weer zijn
invloed heeft op de ladingen van de proteïnen en dus op hun stabiliserende
werking.
|