Doel: de vier belangrijke niveaus van de opbouw
van de driedimensionele structuur van een eiwit aangeven aan de
hand van het eiwit hemoglobine. |
Een eiwit
heeft een complexe driedimensionele structuur die opgebouwd is in vier
niveaus. Drie ervan (primaire, secundaire en tertiaire structuur) komen
telkens voor, terwijl het vierde niveau (quaternaire structuur) veronderstelt
dat het eiwit meerdere polypeptideketens bevat.
Primaire structuur
Eiwitten zijn polymeren met een specifiek aantal en een specifieke volgorde
van de aminozuren. Deze volgorde, doorgegeven via de genetische code,
wordt de primaire structuur genoemd en is de basis voor het verdere oprollen
van de eiwitketen.
|
|
Secundaire structuur
Een eiwitketen is geen lineair molecule : lokaal zullen de ketens zich
op een specifieke manier opvouwen. Een voorbeeld van zulk een regelmatig
opvouwen is de alfahelix. Waterstofbruggen spelen een belangrijke rol
bij de stabilisatie van de secundaire structuur.
Tertiaire structuur
De helixdomeinen kunnen zich op hun beurt opvouwen tot een compacte structuur.
In myoglobine zijn acht alfahelixdomeinen rond een heemgroep (schematisch
in groen aangegeven) gevouwd. Hoofdzakelijk niet-covalente interacties,
zoals elektrostatische interacties, waterstofbrugvorming en dipool-dipoolinteracties
dragen bij tot de stabilisatie van de tertiaire structuur.
Quaternaire structuur
Eiwitten kunnen in de cel soms voorkomen als aggregaten van twee of meerdere
opgevouwen polypeptideketens, subeenheden genoemd. Zo is hemoglobine opgebouwd
uit vier ketens die elk een structuur analoog met die van myoglobine bezitten.
De driedimensionele
structuur van een eiwit voorspellen via computersimulaties op basis van
de primaire structuur is voor de meeste eiwitten vooralsnog toekomstmuziek,
alhoewel dit voor de secundaire structuur doorgaans wel lukt. Wanneer
men het eiwit echter kan kristalliseren, kan men via de techniek van röntgendiffractie
de driedimensionele opbouw experimenteel bepalen. Een belangrijk gedeelte
van de kennis van de driedimensionele structuur en de structuur-activiteitrelatie
van eiwitten is dan ook gebaseerd op deze techniek.
|