Doel: Verklaren van het principe van kraken en reformeren
en uitleggen waarom men dit doet
|
De petrochemie
heeft een zeer grote behoefte aan reactieve koolstofverbindingen. Die
zijn erg interessant voor de bereiding van allerhande verbindingen zoals
polymeren, synthetische rubbers, wasmiddelen, landbouwprodukten, oplosmiddelen,...
en voor een goede kwaliteit van brandstoffen.
Ze hebben
echter het nadeel dat ze in slechts geringe mate voorkomen in de gewonnen
petroleum en daarenboven moeilijk isoleerbaar zijn. Men heeft daarom gezocht
naar methoden om minder geschikte aardolieverbindingen om te zetten in
meer bruikbare.
Door verhitting van alkanen in afwezigheid van lucht kunnen de C-C-bindingen
breken, waardoor kleinere fragmenten ontstaan. De moleculen worden als
het ware in stukken gekraakt. Dit proces wordt aangewend om de minder
reactieve componenten uit aardolie om te vormen in reactievere produkten.
Indien de molecule van vorm verandert (b.v. een lineaire molecule wordt
een vertakte of cyclische molecule), spreekt men van reformeren.
Het is echter
niet altijd gemakkelijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen kraken
en reformeren en beide processen vinden dan ook meestal gelijktijdig plaats.
Stoomkraken
(STEAM CRACKING)
De naftafractie
wordt opgewarmd tot om en bij de kraaktemperatuur. Vervolgens wordt het
mengsel verhit tot boven 700 °C en gelijktijdig wordt stoom ingeblazen,
waardoor de druk in de reactor daalt en de koolstofafzetting verhinderd
wordt door de omzetting in koolstofmonoxide en waterstofgas. Nadien wordt
het geheel heel snel afgekoeld. Dit proces levert:
waterstofgas (1%), methaan (20%), etheen (24%), propeen (20%), buteen
(6%), butadieen (4%) en benzines (25%).
|
|
Reformeren
(CATALYTIC REFORMING)
In de aanwezigheid
van Pt/Re-katalysatoren wordt aan continue reforming gedaan. Om de werking
van de katalysatoren te verzekeren, moet de te reformeren nafta zwavelvrij
zijn. De omstandigheden zijn gemiddeld als volgt: een druk van 40 bar
en een temperatuur van ongeveer 500 °C. De ingestelde druk en de hoeveelheid
waterstofgas maken een sturing van de aromatische versus de alifatische
fractie mogelijk. Ook hier mag men niet uit het oog verliezen dat al de
processen evenwichtsprocessen zijn. Men kan door het sturen van bepaalde
procesparameters het evenwicht in de gewenste richting dirigeren. De snelheid
waarmee bepaalde processen verlopen, speelt natuurlijk ook een rol. Deze
kinetische factoren bepalen ook voor een groot deel welke de uiteindelijke
samenstelling van het reactiemengsel zal zijn.
De verschillende
deelreacties die tijdens zo’n reformering plaatsvinden zijn het
cyclisatie-, het isomerisatie- en het dehydrogenatieproces. De vorming
van cycloparaffinen is de traagste stap. Eens deze verbindingen gevormd
zijn gaat de dehydrogenatie met vorming van benzeen, tolueen of xylenen
heel snel. De cyclisatie gaat ongeveer even snel als de kraking in kleinere
stukken. Heptaan wordt bijvoorbeeld traag omgevormd in hoofdzakelijk methylcyclohexaan,
butaan en propaan, waarbij methylcyclohexaan snel aromatiseert tot tolueen.
Hexaan op zijn beurt wordt traag omgevormd tot methylcyclopentaan en cyclohexaan.
Dit laatste aromatiseert vlot tot benzeen; methylcyclopentaan moet eerst
verder isomeriseren tot cyclohexaan alvorens te dehydrogeneren.
Hieronder staan de naftafracties vóór en na het reformeringsproces:
Het is dus
duidelijk dat de aromatische fractie aangerijkt werd en dat de cycloparaffinen
praktisch volledig verdwenen zijn.
|