Het voorbeeld van
de verbrandingsmotor.
In het geïllustreerde
voorbeeld wordt energie aan een motor geleverd door brandstof die tijdens
haar verblijf in de verbrandingskamer explodeert.
Deze energie wordt omgezet in nuttige arbeid W (draaien van de
motor om een beweging te induceren) en in warmte Q die aan de
omgeving moet afgestaan worden.
Hoe groter
het aandeel nuttige arbeid en hoe kleiner het aandeel afgestane (verloren)
warmte, hoe hoger het rendement van de motor.
De formulering van de eerste hoofdwet van de thermodynamica luidt aldus:
DU = Q + W.
In dit voorbeeld
stelt DU
de verandering voor in inwendige energie van de verbruikte brandstof.
De energieverandering van een systeem is het gevolg van het leveren of
het ontvangen van warmte en arbeid.
|