Doel: Illustreren hoe fundamentele kennis van de
evenwichtswet toegepast wordt, dagelijks en over de hele wereld,
om de gunstigste omstandigheden te vinden voor de economisch belangrijke
produktie van chemicaliën
|
Talrijke
fundamentele aspecten en principes, die beheerst worden door het chemische
evenwicht, worden over de hele wereld toegepast bij de industriële
produktie van ammoniak. Ammoniak is het meest geproduceerde chemische
produkt. De jaarproduktie bedraagt ongeveer 200 miljoen ton.
De
thermodynamica
Ammoniak
wordt bereid uit H2 en N2. De enthalpietoename
bij de synthese bedraagt -46 kJ per mol NH3. De evenwichtsreactie
is :
De zeer hoge Kc-waarde doet vermoeden dat de omzetting
van waterstofgas en stikstofgas tot ammoniak volledig is. Helaas is die
trage omzetting oorzaak dat de vorming van ammoniak in de praktijk niet
doorgaat. Dit is te wijten aan het inerte karakter van de distikstofmoleculen,
waarvan de twee atomen drievoudig met elkaar zijn verbonden. De thermodynamische
grootheid Kc leert ons dus niets over de omzettingssnelheid
! (zie ook E27).
De
zoektocht naar een industriële bereidingswijze
Hoe
kunnen we de reactiesnelheid verhogen (cf. Illustratie E20 ; de evenwichtsmachine)?
Door bv. de temperatuur te verhogen. Als eenvoudige vuistregel geldt dat
een temperatuursverhoging met
10 °C de snelheid gemiddeld twee- tot driemaal versnelt (afhankelijk
van de grootte van de activeringsenergie).
Door een stijging van 25 naar 100 °C kan de snelheid met een factor
2100 of ca. 1030 toenemen.
Dergelijke hoge temperatuur vergt natuurlijk veel energie en vraagt aangepaste
installaties. Nochtans blijkt een temperatuursverhoging in dit geval niet
de oplossing te zijn. Wanneer nl. Kc uitgerekend wordt
als functie van de temperatuur krijgen we de volgende waarden :
Kc daalt dus aanzienlijk bij stijgende temperatuur.
De reactie mag dan wel doorgaan, maar het evenwicht ligt nu niet meer
gunstig! Wat kan nu gedaan worden om het evenwicht terug meer naar de
zijde van de synthese van ammoniak te verschuiven? Het antwoord hierop
werd reeds vroeger geformuleerd : “Door het toevoegen van meer reagentia
kunnen we het evenwicht naar rechts verschuiven”. Deze toename van
de concentratie kunnen we in de gasfase ook bewerkstelligen door het volume
te verminderen. Het synthese-evenwicht wordt immers ook naar rechts verschoven
door de partiële druk van elk van de componenten op te drijven. Daar
de som van de stechiometrische getallen links (4) groter is dan rechts
(2), verschuift de ligging van het evenwicht inderdaad naar rechts.
In
de volgende tabel wordt de invloed van de druk (en dus ook van de concentratie)
op de grootte van de omzettingsgraad weergegeven voor de evenwichtsreactie
bij 400 °C (Kc = 0,41).
Let
wel: het betreft hier de invloed van de partiële drukken, dus ook
van de concentraties, voor N2 en H2, bij aanvang
van de omzetting.
|
|
De omzettingsgraad stijgt dus enorm door de druk van 1 op 630 bar te brengen.
Nu kennen we blijkbaar de oplossing. Een redelijke, doch niet te hoge
temperatuur om de reactie kinetisch in orde te krijgen en een hogedruk-
installatie om de evenwichtsligging bij te sturen.
Dergelijke hoge drukken vergen zeer dure en speciale installaties die
grote risico’s meebrengen.
Dus : de voorgestelde oplossing wordt niet aanvaard!
Met deze
“terug naar af”-boodschap werden ook Fritz Haber (1868-1934)
en Carl Bosch (1874-1940) geconfronteerd. Zij stelden na lang zoeken een
werkbaar compromis voor : een katalysator. Zo’n stof, in een relatief
kleine hoeveelheid aanwezig in het reactiemengsel, verandert niets aan
de evenwichtsligging, maar versnelt de reactie. Na lang zoeken vonden
ze dat fijn verdeeld ijzer, gedopeerd met oxides van Al, Si, Mg en K,
de klus uitstekend konden klaren. Voor deze ontdekking kreeg Haber in
1919 de Nobelprijs. Daardoor kon men de temperatuur en de druk tijdens
het ammoniaksyntheseproces verminderen, hetgeen de veiligheid en de bedrijfszekerheid
van de installaties waarborgt.
Momenteel
produceren meer dan 1000 reactoren iedere dag gemiddeld ieder zo’n
500 ton ammoniak.
De actuele katalysatorformule is wel gewijzigd (ruthenium op een drager
van grafiet), maar de druk en temperatuur zijn over ‘t algemeen
gelijk gebleven :
tussen 100 en 200 bar en tussen 350 en 500 °C.
De illustratie
geeft een voorstelling van hoe de ammoniaksynthese in de praktijk gebeurt.
De synthese verloopt op industriële wijze niet in een gesloten vat.
De vorming van ammoniak is een continu proces, waarbij veeleer een
stationaire toestand wordt bereikt dan wel een echt evenwicht. Toch
blijkt de evenwichtswet ook onder deze condities een goede benadering
te zijn. Het is belangrijk op te merken dat de reactiewarmte die tijdens
de synthese vrijkomt aangewend wordt om de binnenkomende gasstroom op
te warmen. Dit toont aan dat men in de industrie zeer spaarzaam met energie
omgaat !
Hoe worden
de uitgangsprodukten bereid? De ons omringende lucht bevat 78 % stikstofgas
en is daarom de voor de hand liggende bron van N2. Na verwijdering
van de andere gassen wordt vrijwel zuiver N2 verkregen.
Methaan (CH4) uit aardgas is de meest gebruikte grondstof voor
de bereiding van H2 (zie ook Petrochemie ; het stoomkraken)
:
Deze reactie vindt bij 850 °C in aanwezigheid van een NiO-katalysator
plaats (vanwege het endotherme karakter).
De waarde van de evenwichtsconstante bij 850 °C bedraagt ongeveer
10 en daarom zijn hier geen hoge drukken vereist.
Op de illustratie
zien we de verschillende stadia van het proces :
- de synthesegassen
komen binnen waardoor de druk stijgt
- de gassen
worden opgewarmd
(T stijgt)
- H2
en N2 worden over een katalysatorbed geleid
- de gedeeltelijke
omzetting in NH3 vindt plaats
- de vrijgekomen
warmte wordt afgevoerd
(T en p dalen)
- het reactiemengsel
wordt verder afgekoeld om ammoniak te condenseren
(T en p dalen verder)
- het ammoniak
wordt afgevoerd
- de niet-gereageerde
H2 en N2 worden weer onder druk gebracht en kunnen
opnieuw voor NH3-bereiding gebruikt worden.
|